Carpaccio bonbon
- Ingrediënten:
- 300 gr carpaccio
- 50 gr rucola
- 100 gr zongedroogde tomaten
- 40 gr pijnboompitten
- 100 + 40 gr Grana Padano
- Peper en zout
Citroen Basilicum mayonaise
- 3 el mayonaise
- Sap van een halve citroen
- 15 gr basilicum
- Peper en zout
Bereiden:
Begin met het maken van het kaaskoekje. Verwarm de oven voor op 200 graden (boven- en onderwarmte). Rasp 100 gr Grana Padano. Bekleed een bakplaat met bakpapier. Verdeel eetlepels van de kaas over de bakplaat. Bak de kaaskoekjes in ongeveer 8 minuten goudbruin in de voorverwarmde oven. De koekjes zijn klaar als de buitenkant goudbruin kleurt. Laat ze afkoelen op de bakplaat. Je kan dit prima een avond van tevoren maken.
Mix de mayonaise met het sap van een halve citroen en de basilicum glad in het hakmolentje van je staafmixer. Breng op smaak met peper en zout.
Rooster de pijnboompitten kort in een droge koekenpan. Voeg de pijnboompitten bij de rucola. Snijd de zongedroogde tomaten in stukken en voeg ze toe. Rasp de Grana Padano grof en voeg een deel bij de rucola, de rest houd je achter ter garnering. Breng de salade op smaak met een beetje peper en zout en een el van de citroen-basilicum mayonaise.
Neem een schaaltje of een cappuccino mok en bekleed deze met vershoudfolie. Verdeel de plakjes carpaccio over de folie. Vul de bonbon met de rucola salade. Haal de uiteindes van de folie naar elkaar toe en knoop het een beetje dicht. Herhaal deze stap met de overgebleven ingredienten. Laat de carpaccio bonbons een half uurtje (of een hele nacht) opstijven in de koelkast.
Leg de carpaccio bonbon op een bord. Verdeel
er een lepel van de citroenmayonaise op en omheen. Garneer met wat extra
rucola, geraspte Grana Padano en een kaaskoekje.
Bon appétit!
